Naar de hymne Audi benigne Conditor uit de vespers van de vasten.
tekst: Willem Barnard, De Tale Kanaäns (Amsterdam/Hilversum: Uitgeversmaatschappij Holland/Uitgeverij Paul Brand N.V., 1963), 25-26.
muziek: Henk Vogel, 2018.
afbeelding: anoniem, Christus wordt verzocht in de woestijn, mozaïek in de San Marco, Venetië

De grond des harten kent Gij, die de Messias zijt,
der mensen nacht en ontij en onstandvastigheid
in deze lange lente, in deze vastentijd.
Wij hebben zwaar gezondigd, helaas, wij zijn helaas
tot lied en lof onmondig, zoals de rijke dwaas,
ons leven is kortstondig, wij gaan in zak en as.
Leer ons uw lof te zingen met hart en ziel en bloed,
begeerten te bedwingen, dan gaan wij tegemoet
de toekomende dingen, het leven uit de dood.
Gedoog ons, God geduldig, en neem het offer aan
en ook: vermenigvuldig de vrucht van ons bestaan,
dan wordt door ons gehuldigd uw hoogdoorluchte Naam!