Zondagslied en leerdicht naar de motieven van Oculi.
tekst: Willem Barnard, De Tale Kanaäns (Amsterdam/Hilversum: Uitgeversmaatschappij Holland/Uitgeverij Paul Brand N.V., 1963), 32
muziek: Henk Vogel, 2018.
afbeelding: Marc Chagall, Mozes toont Gods wet, 1966.
[nog geen opname]
O huis hoog op de berg waar ’t leven Gods gevierd is,
o reine jonkvrouw kerk die als een bruid versierd is,
hoe zalig zijt gij, maagd, en onzes Heren moeder,
gij die uw Schepper draagt en die uw God moogt voeden!
Maar ook dit moederhuis, dit lichaam Hem ter ere,
is niet het paradijs, het moet zich Hem bekeren;
het is God aangetrouwd en toch heeft Hij gesproken:
de tempel wordt herbouwd wanneer zij is gebroken.
Bij wie het Woord verstaan en wie het Woord bewaren
wil Hij Zijn tent opslaan en wonen op de aarde.
Hij zal zich op de reis door de woestijn der tijden
zijn broeders als een huis, een tabernakel wijden!
Gods Woord lag in de ark, door Hem in steen geschreven;
het ligt ook in ons hart, Hij schrijft het in ons leven.
Zo zal des Heren huis geheiligd en geheeld zijn,
gereinigd en gekuist, – zo zal de kerk Zijn beeld zijn.