Het ‘meezingfeest van het jaar’ semiotisch gelezen
Enkele weken geleden was het de veertiende keer dat de Toppers een nieuwe editie van Toppers in Concert brachten. De zangers Gerard Joling, Jeroen van der Boom, René Froger en Jan Smit brachten twee uitverkochte concerten in Amsterdam Arena, waar ze een veelheid aan bekende liedjes uit een variëteit van genres ten gehore brachten. Dit ‘meezingfeest van het jaar’ wil zijn leus kracht bij zetten door de balans te bewaken tussen ‘Hollandse’ en ‘Engelse’ liedjes, ‘kroegknijters’, maar ook rock en dance sinds Jeroen van der Boom deeluitmaakt van de Toppers.[1] De groep bestond aanvankelijk uit René Froger, Gerard Joling en Gordon Heuckeroth, maar nam na interne strubbelingen afscheid van Gerard Joling – die vervangen werd door Jeroen van der Boom – waarna Joling uiteindelijk toch terugkeerde en Gordon definitief vertrok.[2] Bij de laatste editie, een paar weken geleden dus, werd Jan Smit aan de gelederen toegevoegd en zond SBS6 een achtdelige realitysoap uit om een kijkje te geven in de voorbereiding op de concerten door deze nieuwste formatie.[3]
Deze inderdaad nieuwe samenstelling hanteert echter het vertrouwde concept: drie en een half uur feest met meezingers voor iedereen, want – zoals manager Benno de Leeuw in NRC al eens aangaf: ‘Het is echt een afspiegeling van de bevolking: Delfzijl of Antwerpen, hoog- en laagopgeleid, jong en oud.’[4] En bij het zien van video-opnamen van de concerten lijkt die uitspraak wel te kloppen: er zijn oude, jonge, hetero- en homoseksuele, mannelijke en vrouwelijke mensen van allerlei kleur, onbekende en bekende mensen, zoals Dries Roelvink, Najib Amhali, Angela Groothuijzen en andere leden van de Dolly Dots, Halbe Zijlstra, Frank Lammers, Jack van Gelder, Mark Rutte en vele anderen aanwezig.[5] Het publiek heeft in sterke mate de dresscodes opgevolgd, die zich voegen naar de thema’s van verschillende edities, zoals The Love Boat (2012), Made in Holland (2014), Royal Night of Disco (2016) of Wild West, Thuis Best (2017) – zodat toch een vrij homogene massa ontstaat. Andere elementen in het vertrouwde concept zijn het gezamenlijk aangeheven Wilhelmus aan het begin van het concert, het daaropvolgende collectieve aftellen, uitmondend in een lange reeks medleys door de Toppers (steeds anders gekleed) en verschillende gastartiesten die eigen nummers en andere klassiekers ten gehore komen brengen.
Zodoende kunnen we de Toppers wat mij betreft als een symbool in, of voor, het nationale zelfbeeld beschouwen, temeer omdat ze in 2009 zelfs Nederland hebben vertegenwoordigd op het Eurovisie Songfestival – zonder succes. Maar daarnaast worden ze regelmatig geprezen door de minister-president die graag hun concerten bezoekt, die doelbewust ingeluid worden door het volkslied – als betreft het een sportwedstrijd met een nationale ploeg – en waarvan de jubileumeditie in 2014 Made in Holland werd gedoopt, compleet met meer-dan-levensgrote molen en een overdaad aan rood-wit- en Delfts blauw. De Toppers als nationaal symbool – maar met wat voor symbool hebben we dan te maken en hoe wordt het aangewend als representatie van een volk, een staat?
De Toppers willen allereerst een symbool van inclusie zijn. Tijdens Royal Night of Disco (2016) traden bijvoorbeeld vele zwarte artiesten op, maar ook bij andere edities is een variëteit aan gastartiesten te zien. Hetzelfde geldt voor het begeleidingsorkest, het achtergrondkoor en het publiek dat zich, inderdaad, in verschillende lagen van de bevolking lijkt te bevinden (afgaand op de videobeelden). Ook veel liedteksten benadrukken inclusie en gelijkheid; iedereen mag meedoen aan de Hollandse gezelligheid.
Daarom zijn de Toppers ook te beschouwen als een symbool van tolerantie. Ze lijken te willen accentueren hoezeer Nederland bekendstaat om vrijheid in het openlijk tonen van verschillende seksuele geaardheden, zoals Toppers Gerard Joling en Gordon veelvuldig doen. Ook de andere Toppers doen hieraan mee door af en toe onderling sensueel te dansen of een vluchtige kus uit te wisselen. De editie The Love Boat (2012) begon – na uiteraard het Wilhelmus en de countdown – met de entree van de Toppers op een feestboot, die sterk doet denken aan de Canal Parade van de Gay Pride in Amsterdam.[6] Hier worden de Nederlandse tolerantie en progressiviteit gecelebreerd rond het altaar van de zwaar bevochten vrijheid.
Een symbool laat echter altijd aspecten bewust onderbelicht en verbloemt het eigen tekortschieten – zowel dat van het gerepresenteerde (Nederland dus dat geïdealiseerd wordt) als het onvermijdelijk schematische en gestileerde wat voor symbolen per definitie kenmerkend is. Allereerst kunnen inclusie en gelijkheid in de context van een concert nooit volmaakt bereikt worden: hoeveel er ook meegezongen wordt, en hoezeer de Toppers ook inwisselbaar lijken, het publiek blijft publiek en zal nooit volledig in de schoenen van één der Toppers kunnen staan – niet tijdens de concerten, en ook niet daarbuiten, zoals de volgende impressie van Frogers leven al laat zien:
Froger zit in zijn tuinhuis naast het zwembad van zijn villa in Blaricum. Tegenover hem zit zijn producer en zakelijk partner Benno de Leeuw. Tuinmannen verzorgen de planten, een huishoudhulp brengt een espresso terwijl de zanger knabbelt aan reepjes groene paprika. Er lopen honden in allerlei formaten.[7]
Dit is een leven dat ver af zal staan van de levens van de meeste concertbezoekers in de ArenA en vooral vergelijkbaar zal zijn met die bezoekers die nog enige kans maken op inclusie: slechts mannelijke bekende Nederlanders op de VIP-tribune, zoals gebleken is met trouwe bezoeker Jan Smit.
Daarnaast levert inclusie onvermijdelijk een scheve verhouding op: niet van gelijkwaardige, open dialoog, maar van includerende superieure partij en geïncludeerde inferieure partij. We zien dan de Toppers als een mannelijk, wit Nederland, dat evenwel Nederlands- én Engelstalige liederen laat horen, maar uitdrukkelijk vrouwelijke en zwarte artiesten de toegang kan verschaffen of ontzeggen tot de Parnassus, daar rond de middenstip in de Amsterdamse voetbaltempel. De Toppers steken een hand uit, en wie deze aangrijpt om een medley te verzorgen in hun programma, mag niets dan dank betuigen. Daarbij valt op hoezeer gastartiesten worden gecast voor medleys in verschillende talen en genres. Witte artiesten mogen zowel Nederlands als Engels zingen, zwarte (vooral vrouwelijke) artiesten zingen uitsluitend Engels en participeren zéker niet in de vele polonaise-, carnavals- of ‘Hollands-gloriemedleys’ – zelfs vaste gast Glennis Grace niet. Hierin is de editie Royal Night of Disco een bijzonder voorbeeld. Zoals misschien te verwachten was met dit thema werden er veel zwarte artiesten uitgenodigd, maar ook deze keer werden ze ingezet om bijna clichématig soul, funk of disco te vertolken, terwijl het grote aandeel Nederlandse volksmuziek – dat behelst ongeveer de helft van het concert – wederom gezongen werd door witte artiesten.[8]
Ook de homotolerantie van, of omtrent, de Toppers blijkt bij nader inzien summierder dan het doet voorkomen. Tijdens Made in Holland (2014) kust Gordon, die voor het jubileum kort terugkeert, Gerard Joling heel kort op de mond. Joling reageert hyperactief en springerig – ‘Dat dit ooit nog mocht gebeuren!’ – zowel een onschuldig showelement als een bevestiging van homoseksualiteit als uitzonderlijk fenomeen. De concerten van de Toppers blijken vol dergelijke toespelingen te zitten: homoseksualiteit als spannende grensoverschrijding. Tijdens Royal Night of Disco lijken Jeroen van den Boom en Gerard Joling bijna even te zoenen, maar wordt de handeling voortijdig theatraal afgebroken en geridiculiseerd met nadrukkelijk lacherige lichaamstaal. De samenstelling van de dansgroepen op het podium en de artiesten die gevoelige liefdesduets zingen tonen hetzelfde beeld: normale en serieuze liefde is heteroseksueel, homoseksualiteit is een extravagant spel. De Toppers als Nederland, met vooral Gerard Joling als Amsterdam: een carnavaleske uitzondering die de heteronormatieve regel bevestigt. Gloria Wekker ziet in dergelijk gedrag ook een vorm van nostalgie en heimwee naar een illusoir tijdperk vóór immigratie: toen publiekelijk zoenen en hand-in-handlopen en Canal Parades nog onverstoorder gehouden konden worden.[9] Volgens haar wordt vooral mannelijke homoseksualiteit, en ook het beleid daaromtrent, in Nederland impliciet aan ras – wit-zijn – gekoppeld.[10] Hoewel de realiteit in gay- en lesbische kringen diversiteit laat zien, is de representatie in het publieke domein homogener: witte homoseksuele mannen domineren dat beeld, terwijl zwarten, gemigreerden en gevluchten, – ‘de gay Other’ – daar buiten blijven.[11] Ook vrouwelijke homoseksuelen, biseksuelen, transgenders of queers worden in Toppers in Concert niet gerepresenteerd.
Zo wordt Nederland uitbundig magertjes gerepresenteerd door de Toppers: klasseverschillen worden uitgevlakt, machtsverschillen tussen geslachten en rassen worden in stand gehouden en homoseksualiteit wordt geridiculiseerd. Hoe kan het dan dat de Topper-mythe zo effectief is en op z’n minst leidt tot kassuccessen voor dit viertal?
Allereerst appelleren de concerten aan een zekere vaderlandse nostalgie en gezelligheid die de angel uit deze mythe haalt. Medleys met oude liedjes als ‘Het kleine café aan de haven’, ‘Koffie, lekker bakkie koffie’ of ‘Ik ben boer Harms en ik hol’ van disco’ geven, ondanks de massale publieksaantallen, een sfeer van kroegachtige overzichtelijkheid, waarbij het publiek in de kroeg (Amsterdam Arena) enigszins gemengd mag zijn, maar de zangers van de Nederlandse liedjes ‘ouderwets’ wit moeten blijven. Royal Night of Disco weer zeer duidelijk in een nostalgisch kader geplaatst in de aankondiging door Ad Visser, waarin hij zegt: ‘We gaan terug naar die zorgeloze jaren ’70 en ’80!’ Deze nostalgie heeft een sussend effect, alsof het zeggen wil: ‘Kom, vergeet die ongelijkheid, we hebben het toch goed en gezellig?’ Zelfs het Wilhelmus – politiek statement bij uitstek – krijgt vanwege de stadionsetting een meer a-politiek karakter omdat sport en spel als fenomenen van neutraal vertier gezien worden. Ook worden de nationalistische trekjes van Toppers in Concert gerelativeerd door de Engelse titels van de edities en de vele Engelse liedjes (na het Wilhelmus klinkt eerst een medley van Engelstalige liedjes).
Deze sfeer van gezellige gelijkheid – die dus ongelijkheden maskeert – wordt versterkt door de soapachtige verwikkelingen rond de Toppers. Onderlinge ruzies, afgunst, nijd als reden voor wisselende samenstellingen van de groep intensiveren de indruk van een bijna puberaal, en daarmee onschuldiger, collectief, waarvan enkelen zich al op gelijkende wijze lieten zien in de realitysoap Joling & Gordon over de vloer (2005-2007) en dat de afgelopen maanden in De weg naar de ArenA (de achtdelige realitysoap van SBS6) te zien was. Zelfs de aanwezigheid van landelijke politici – weliswaar casual gekleed – versterkt de depolitisering van de paradoxale Toppers-mythe en draagt bij aan de gedachte dat Toppers in Concert een informeel, egalitair samenzijn betreft. Tekenend is dan ook wat Mark Rutte op een partijcongres van de VVD zegt:
Zelfstandigheid leidt er ook toe dat het me geen bal interesseert of ik wel of niet naar de Toppers mag. Daar gaan we dus gewoon naar toe! […] Dat verhaal van die Toppers trouwens, dames en heren, (…) ik was in 2008 en 2009 ook al eens geweest. Fantástisch om dan te lezen wat voor plannen er achter zaten, welke campagnestrategie er mee te maken had… Geen enkele! Wij vinden dat gewoon leuk, wij hoeven daar niet over na te denken, wij zijn VVD’ers, wij vinden het leuk om naar dit soort dingen toe te gaan. We hebben daar geen campagnestrategie voor nodig, wat ben ik blij dat ik niet bij die andere partijen zit, waar ze dat wel nodig hebben![12]
De minister-president maakt zichzelf deel van de soap door te stellen dat zijn aanwezigheid niets met politieke campagnes te maken heeft en gezocht moet worden in onschuldig vermaak. Het is natuurlijk niet voor niets dat uitgerekend de VVD zich aan de Toppers wil verbinden: de partij die zich recentelijk is gaan profileren rond ‘normaal doen’, maar ook het neoliberale ideaal van het maakbare leven vindt in de Toppers een perfecte evenknie. Een concert van de Toppers is wellicht carnavalesk, maar valt zeker tóch binnen ‘normaal doen’, helemaal omdat de Toppers zelf ook maatschappelijke toppers zijn: in het ‘gave’ Nederland zijn ze op eigen kracht opgeklommen vanuit volkse milieus (Froger) of minder geslaagde carrières (Gordon en Joling) tot de in elk geval economisch succesvolle posities die ze nu bekleden. Wilskracht en winstdenken hebben zich uitbetaald.
Een laatste maskering van ongemakkelijkheden in deze mythe wordt gevormd door de reeds genoemde carnavalisering van abnormaliteiten. Het gevoel van ‘ons kent ons’ – zoals Rutte zegt: ‘Het is of je in een Amsterdamse kroeg staat, een soort Bolle Jan, maar niet met honderd mensen maar met 70.000 mensen[13] – dat gevoel mag niet verstoord worden door onberekenbare afwijkingen. Tolerantie is er voor alles wat niet te ver (zichtbaar) afwijkt van de norm óf wat zich nadrukkelijk (tijdelijk) abnormaal gedraagt: het puberale exces, het erkende uit-de-band-springen. Zo mag homoseksuele intimiteit niet zichtbaar gemaakt worden, tenzij ze zodanig wordt geparodieerd of overdreven dat ze tot spel, tot carnaval, gemaakt kan worden – als spel is ze evengoed te controleren en zodoende blijft de massahysterie van de schijnbaar zo nuchtere Nederlander duidelijk binnen de muren van het Amsterdamse stadion. De drag queen-achtige extravagantie van vooral Gerard Joling, maar die ook in het publiek te zien is, wordt hierbij controleerbaar: in café Bolle Jan hebben we het goed met elkaar, die nicht aan het eind van de bar is soms wat aanhankelijk misschien als hij drinkt, maar straks gaat ieder zijns weegs en gaan we over tot de orde van de dag. Is dat niet een geruststellende gedachte?
Toch denk ik niet dat mijn tirade gezien zou moeten worden als oproep Toppers in Concert te boycotten, af te schaffen, of anderszins op eventueel metaforische brandstapels te werpen. In een tijd van toenemende individualisering, zo stelt Maaike Meijer in haar onderzoek naar het succes van André Rieu, speelt de evenementencultuur in op een nieuwe behoefte aan gemeenschap: ‘De moderne mens wil zijn vrijheid en privacy, maar is ook op zoek naar nestwarmte.’[14] Nostalgie en saamhorigheid zijn behalve misleidend tegelijk natuurlijk erg nuttig. Sterker: ik zou met liefde nog eens zo’n concert bezoeken. Evenementen als Toppers in Concert, en de (politieke) commentaren rondom zouden zich moeten richten op het in stand houden van discoursen van deze nostalgie, saamhorigheid en tolerantie, maar daar tegelijk op kritisch op moeten reflecteren. De warme knusheid van massale uitbundigheid ter grootte van een voetbalstadion komt er vast niet door op de tocht te staan.
Bronnen
Tekst
Bontje, Dennis. ‘Open brief over Utrechtse Canal Pride: ‘Waar ging dit feest eigenlijk over?’ De Utrechtse Internet Courant (20 juni 2017). Geraadpleegd op 26 juni 2017. Beschikbaar via https://www.duic.nl/open-brief/open-brief-utrechtse-canal-pride-ging-feest-eigenlijk/.
Janssen, Riki. ‘“Rieu doet alles op zijn intuïtie”. Maastrichtse wetenschappers schrijven publieksboek over Limburgs wereldberoemde dirigent.’ observant (30 april 2015). Geraadpleegd op 26 juni 2017. Beschikbaar via https://www.observantonline.nl/Home/Artikelen/articleType/ArticleView/articleId/4684/Rieu-doet-alles-op-zijn-intuitie.
Kerkhof, Merlijn. ‘3,5 uur onafgebroken feest. Wat is het geheim van de Toppers?’. nrc.nl (24 mei 2014). Geraadpleegd op 13 juni 2017. Beschikbaar via https://www.nrc.nl/nieuws/2014/05/24/de-toppers-staan-weer-voor-68-000-mensen-vanavond-wat-is-hun-geheim-a1501629.
‘Mark Rutte nog vol van Toppers. Premier ‘al jaren strontjaloers op collega’s die naar De Toppers gaan’. Privé (20 mei 2016). Geraadpleegd op 13 juni 2017. Beschikbaar via http://www.telegraaf.nl/prive/25834245/__Mark_Rutte_nog_vol_van_Toppers__.html.
‘Toppers in concert 2017’. Wikipedia. De vrije encyclopedie. Geraadpleegd op 13 juni 2017. Beschikbaar via https://nl.wikipedia.org/wiki/Toppers_in_concert_2017.
Wekker, Gloria. White Innocence. Paradoxes of Colonialism and Race. Durham, NC: Duke University Press, 2016
Video
‘Mark Rutte nog vol van Toppers. Premier ‘al jaren strontjaloers op collega’s die naar De Toppers gaan’. Privé (20 mei 2016). Geraadpleegd op 13 juni 2017. Beschikbaar via http://www.telegraaf.nl/prive/25834245/__Mark_Rutte_nog_vol_van_Toppers__.html.
Toppers in Concert: The Love Boat. Beschikbaar via https://youtu.be/UQTwJT8fjy8 (deel 1) en https://youtu.be/LJwe5vwC03o (deel 2).
Toppers in Concert 2014: Made in Holland. Beschikbaar via https://youtu.be/Dita28L60eA.
Toppers in Concert 2016: Royal Night of Disco. Beschikbaar via https://youtu.be/dIHaVhLj31Q.
[1] Merlijn Kerkhof, ‘3,5 uur onafgebroken feest. Wat is het geheim van de Toppers?’ nrc.nl (24 mei 2014), geraadpleegd op 13 juni 2017, beschikbaar via https://www.nrc.nl/nieuws/2014/05/24/de-toppers-staan-weer-voor-68-000-mensen-vanavond-wat-is-hun-geheim-a1501629.
[2] Idem.
[3] ‘Toppers in concert 2017’ Wikipedia. De vrije encyclopedie, geraadpleegd op 13 juni 2017, beschikbaar via https://nl.wikipedia.org/wiki/Toppers_in_concert_2017.
[4] Kerkhof.
[5] Dit is een greep uit de gezichten die in de videoregistraties van Toppers in Concert 2014: Made in Holland en Toppers in Concert 2016: Royal Night of Disco te zien zijn. Made in Holland is grotendeels beschikbaar via https://youtu.be/Dita28L60eA, Royal Night of Disco is volledig beschikbaar via https://youtu.be/dIHaVhLj31Q.
[6] Toppers in Concert: The Love Boat is hier te bekijken: https://youtu.be/UQTwJT8fjy8 (deel 1) en https://youtu.be/LJwe5vwC03o (deel 2).
[7] Kerkhof.
[8] Gekleurde artiesten met anders dan Caribische of Afrikaanse afkomst komen überhaupt niet voor. Gloria Wekker betoogt dat ras een concept is dat als kwestie nog steeds vaak buiten Europa wordt gezocht en slechts als onschuldig, schijnbaar egalitair gegeven binnen haar grenzen te vinden is. Zie: Gloria Wekker, White Innocence. Paradoxes of Colonialism and Race (Durham, NC: Duke University Press, 2016), 4, 6-7, 20.
[9] Wekker, 106.
[10] In het in de afgelopen week meestgelezen artikel van De Utrechtse Internet Courant – een open brief van Dennis Bontje – resoneren vergelijkbare geluiden. Bontje ziet weinig diversiteit op de Utrechte Canal Pride, waar hij zich daarnaast vooral geobjectiveerd zag vanwege zijn geaardheid: ‘Misschien was het naïef van mij om te denken dat ik tijdens een pride mezelf kon zijn. Uiteindelijk bleek de Utrechtste pride net zo carnavalesk aapjes kijken als die in Amsterdam.’ Zie: Dennis Bontje, ‘Open brief over Utrechtse Canal Pride: ‘Waar ging dit feest eigenlijk over?’ De Utrechtse Internet Courant (20 juni 2017), geraadpleegd op 26 juni 2017, beschikbaar via https://www.duic.nl/open-brief/open-brief-utrechtse-canal-pride-ging-feest-eigenlijk/.
[11] Wekker, 117.
[12] Eigen transcriptie van een videofragment op: ‘Mark Rutte nog vol van Toppers. Premier ‘al jaren strontjaloers op collega’s die naar De Toppers gaan’, Privé (20 mei 2016), geraadpleegd op 13 juni 2017, beschikbaar via http://www.telegraaf.nl/prive/25834245/__Mark_Rutte_nog_vol_van_Toppers__.html.
[13] Idem.
[14] Riki Janssen, ‘“Rieu doet alles op zijn intuïtie”. Maastrichtse wetenschappers schrijven publieksboek over Limburgs wereldberoemde dirigent’, observant (30 april 2015), geraadpleegd op 26 juni 2017, beschikbaar via https://www.observantonline.nl/Home/Artikelen/articleType/ArticleView/articleId/4684/Rieu-doet-alles-op-zijn-intuitie.