Ik had een week vrij, dus alle tijd om een afspeellijst te maken voor het – O Schmerz! – geannuleerde Festival Oude Muziek Utrecht 2020. Het is een lijst geworden die voor een deel uit intiemere ‘thuismuziek’ bestaat, en voor een deel uit muziek waarin ik het gemis van collectief samenkomen ervaar. Koormuziek bijvoorbeeld, die je toch echt in een kerk of zaal wilt horen, hoe prachtig Cappella Romana de akoestiek van de Hagia Sophia ook heeft weten na te bootsen. Tip: luister ook de volledige albums waarvan de geselecteerde tracks van afkomstig zijn, daar zitten pareltjes tussen. Hieronder geef ik nog wat nadere toelichtingen. Geniet ervan!
En we trappen af:
O solitude, my sweetest choice!
Places devoted to the night,
Remote from tumult and from noise,
How ye my restless thoughts delight!
O solitude, my sweetest choice!
Muziek van Henry Purcell (1659-1695) gezongen en omspeeld door Susanna Wallumød, Giovanna Pessi, Marco Ambrosini en Jane Achtman. Enerzijds het passendst begin van een lijst als deze, anderzijds toch ook allesbehalve – tenzij voor hen die de huidige afzondering werkelijk hun sweetest choice kunnen noemen.
De Partite diverse sopra quest’aria francese detta l’alemana van Alessandro Piccini (1566-1638) zetten deze lijn voort. Niet alleen omdat Bruno Helstroffer speelt alsof hij thuis bij een haardvuur zit, maar ook vanwege het lied waarover hij variaties speelt: Une jeune fillette, over een meisje dat gedwongen wordt te leven in de afzondering van een klooster en dan liever kiest te sterven…
Dan vervolgen we met In this trembling shadow van John Dowland (1563-1626), waarvan de tekst luidt:
In this trembling shadow, cast
from those boughes which thy winds shake,
Farre from humane troubles plac’d,
Songs to the Lord would I make,
Darknesse from my minde then take,
For thy rites none may begin,
Till they feele thy light within.
Ook deze zangers voelen zich afgezonderd van waar ze normaliter hun liederen kunnen zingen en hun rituelen kunnen uitvoeren.
Vandaar dat ik ook van Giovanni Gabrieli (ca. 1555-1612) In Ecclesiis en van Hildegard van Bingen (1098-1179) O Ecclesia heb toegevoegd. Het eerste is een psalmtekst (Psalm 26:12) waarin het lyrisch ik bezingt God te willen loven in het midden van de gemeenschap, de ecclesia die Hildegard uitvoerig als een geliefde bezingt.
Denkend aan kerk, liturgie en het gemis daaraan heb ik nog drie tracks aan de lijst toegevoegd. Allereerst nog een psalm, een Byzantijnse deze keer, gezongen door Cappella Romana in een virtuele Hagia Sophia. In samenwerking met Stanford University hebben ze een simulatie gemaakt van hoe de Byzantijnse gezangen voor de feestweek van het Heilig Kruis (september) geklonken moeten hebben in het gebouw dat een millennium lang (!) de grootste afgesloten ruimte ter wereld is geweest. Met de nieuwste technieken zijn metingen gedaan van de bijzondere akoestiek van deze voormalige kerk en is hiervan vervolgens een digitaal model gemaakt. Een enorm interessant project.
Ten tweede is dat de Prelude in g (BWV 535) van Johann Sebastian Bach (1685-1750). Niet zozeer omdat ik dit een enorm interessant stuk vind, maar omdat het door Masaaki Suzuki op het orgel van de Groninger Martinikerk wordt gespeeld. Die kerk voelt nog altijd een beetje als thuis, zeker als je het kenmerkende diepe pedaalgeluid hoort vanaf 0″38 (mits je een goede hoofdtelefoon/speakerset hebt).
Ten derde is dat het 24-stemmige Qui habitat van Josquin des Prez (ca. 1450-1521). Probeer dat maar eens goed te doen met telkens anderhalve meter! De opname door het Huelgas Ensemble is gelukkig pre-corona, en de zangers weten langzaam maar zeker een kathedraal van geluid op te bouwen. Heel toepasselijk is dan ook de gezongen tekst uit Psalm 91:
Wie vertoeft in de schuilplaats des Allerhoogsten,
vernacht in de schaduw van de Almachtige
en zegt tot de Heer: ‘mijn toevlucht, mijn sterkte,
mijn God op wie ik mij verlaat.’Want Hij is het die u bewaart voor de strik van de vogelvanger,
bewaart voor de gruwelijke pest.
Met zijn wieken zal Hij u dekken,
gij vindt onder zijn vleugelen toevlucht.
Een schild, een rondas is zijn trouw.Gij hoeft nimmer te duchten de verschrikking der nacht,
de pijl die vliegt overdag,
de pest die waart in het donker,
de moordende steek van de middag.Zouden duizend vallen aan uw zijde,
tienduizend aan uw rechterhand, tot u zal het niet naderen.
Houd gij slechts uw ogen gericht:
gij ontwaart dat de bozen hun straf treft.Gij kent de Heer als de toevlucht,
de Allerhoogste weet gij uw schutse.
Ter afwisseling hoor je tussendoor wat luchtiger muziek: iets uit The Fairy Queen van Purcell, muziek voor theorbe (een grote luit) van Robert de Visée (1650-1725), muziek voor cello en een concerto van Antonio Vivaldi (1678-1741), een concerto voor orgel en strijkers op basis van muziek van Bach en volksmuziek, gespeeld door een ensemble onder leiding van beroepstokkelaar Rolf Lislevand.
Om af te sluiten echter: samenzang! Het is niet-zo-oude muziek, gespeeld door het oude muziekensemble Holland Baroque met Eric Vloeimans. Een aangrijpender verlangen naar samenkomen en meezingen kon ik niet bedenken – excuus alvast.
Blijf gezond!